JAMES HARMAN - VARENWINKEL - 24/08/13

Artiest info
Website  
 

VARENWINKEL - 24/08/13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Amerikaanse blueszanger, harmonicaspeler en songschrijver James Harman is geboren en opgegroeid in Anniston, Alabama. Hij werd al snel gefascineerd door de blues- en soulmuziek die hij hoorde op de radio en op jukeboxen. Toen zijn familie naar Panama City Florida verhuisde vond James al snel gelijkgezinden. Met een valse snor slaagde hij erin om de show van Little Junior Parker te zien. James probeerde op verschillende plaatsen aan de bak te komen als muzikant, maar simpel was het allemaal niet. Pas toen hij bevriend werd met Canned Heat en op veel plaatsen hun voorprogramma mocht verzorgen raakte de trein op de rails. Snel daarna werd hij ook gevraagd voor zijn eigen shows. Tegelijkertijd begeleidde James Harman ook iedere blueslegende die zonder band toerde. In 1978 begon James een band onder zijn eigen naam, The James Harman Band. Een van de vroegere leden is de ons wel bekende Gene Taylor. Tijdens zijn lange carrière heeft James Harman een enorm aantal nummers geschreven en 20 van zijn liedjes zijn gebruikt in films. Ook is James als harmonicaspeler te horen op menig ZZ Top nummer. Harman is vaak te zien in Europa, maar speelde deze zomer slechts een beperkt aantal shows aan deze kant van de oceaan. Wij genoten van zijn optreden in Herselt, tijdens de 16de editie van het (Ge)Varenwinkel Festival en Rootstime maakte dan ook van de gelegenheid gebruik, om met Harman onmiddellijk na zijn optreden een kort interview te doen.

Je treedt regelmatig op in België en de omliggende landen. Heb je een speciale band met ons?
Niet echt, ik ga waar ik gevraagd wordt. Ik werk in 28 landen, en elk land heeft wel iets leuks. België is wel een heel soulvol land. Ik kom uit Alabama, maar mijn grootvader kwam uit Nederland, en dus is er wel een kleine connectie. Maar ik hou ook van Spanje, Italië en Griekenland, al heeft dat meer met het klimaat en het eten te maken, regen en koud weer, daar gruw ik van.

Hou je nog steeds van het rondtouren, of zou je liever thuisblijven?  
Ik ben 67 nu. Toen ik jong was, was het enige waar ik om gaf muziek en optreden. Het was leuk. Ik hou nog steeds van zingen en optreden, maar rondreizen is moeilijk. Ik zie het zo: ik zing gratis, en ik word betaald om te reizen. Vooral lange afstanden liggen me niet.
Ik leef al mijn hele leven in hotelkamers, ik kijk zelfs niet meer uit het venster.

Hoe beslis je wat je gaat spelen, eens je op het podium staat?
Ik heb geen setlist. Ik speel waar ik op dat moment zin in heb. Daarom roep ik ook allerlei aanwijzingen naar de groep. Niemand weet wat er gaat volgen. Voor mij is een lied een schilderij. Ik schrijf heel veel, ik heb honderden liedjes die nog niet opgenomen zijn. Als ik wil opnemen, bel ik een paar muzikanten op. Daarna berg ik alles op, tot het tijd is om een volledig album uit te brengen. Ik kies er dan 12 uit die ik goed vind, en die werk ik af. Mijn werkwijze is niet zoals bij andere groepen, die een album 'moeten' maken, en onder druk staan. Ik heb dat ook gedaan in de jaren 60, maar nu niet meer. Als ik steeds dezelfde liedjes moet spelen, dan pleeg ik liever zelfmoord. Zo zie ik mijn muziek: het is een schilderij, en je kan me niet vragen om nog eens hetzelfde te maken, dan zeg ik nee, het is dat of niks. Ik schrijf het lied, ik neem het op, het staat op een album, maar ik zal het nooit meer zo brengen. Want ik speel met verschillende muzikanten, op verschillende plaatsen, ik ben niet altijd in dezelfde stemming. Een lied kan dus nooit meer hetzelfde klinken. Op het podium doe ik alleen waar ik zin in heb.

Begin dit jaar interviewde ik Nathan James. Hoe heb je hem ontdekt? 
Nathan is 'mijn' gitarist (lacht). Ik speelde jaren geleden met een gitarist uit dezelfde stad (Fallbrook California). Maar toen hij 23 was, wou hij een gezin stichten en terug gaan studeren. Hij heeft me voorgesteld aan Nathan, die was 19 toen, en nu, op zijn 35ste, is hij nog altijd mijn favoriete gitarist. En hij kan ook goed drummen en basgitaar spelen. Plus, het is echt een goede gast.

Ben je daarna nog zo'n mensen tegengekomen?
Ik ken geen gitaristen zoals Nathan. Hij speelt countryblues zoals het moet gespeeld worden. Hij kan gewoon in een hoekje zitten, en je de hele avond entertainen. Ik heb vele gitaristen gekend die dachten dat ze countryblues konden spelen, maar ik vond ze niet goed genoeg. Ik vind het leuk om verschillende grooves, patronen en akkoorden te spelen, en met Nathan kan dat. Hij is mijn perfecte gitarist.

Toen jij begon, wie zorgde er dan voor jou als muzikant?
All die oude mannen zorgden voor mij. Ik heb geluk gehad, dat besef ik wel. Ik plakte een valse snor op en ging naar concerten. Zo zag ik Junior Parker toen ik 17 was. Die oude mannen vonden mij wel leuk, ze noemden me 'die snotneus die als een man zingt'. Ik speelde in clubs waar ik de enige blanke was, maar ik heb nooit problemen gehad. Alles wat ik weet, heb ik van hen geleerd. Ze leerden me niet alles in één lied te steken, maar te doseren. Iets waar sommige rockbands nog van kunnen leren. 

Misschien willen die juist tonen wat ze allemaal kunnen?
Misschien, maar daar gaat het niet om in de muziek. Muziek is communicatie. Blues is een gesprek, geen discussie. Probeer niet alles in één keer te zeggen. Neem je tijd, fraseer, zing en speel gefraseerd. Vertel het verhaal, want dat is er altijd. Alle muziek is tweedehands, want alles is al eens gezegd. Dus moet je je verhaal vertellen met gevoel in plaats van steeds diezelfde 12 noten rond te strooien en in ons strot te rammen.

Ik heb ergens gelezen dat je niet erg houdt van The House of Blues? 
Bestaat die nog? Ik weet het niet, want ik heb er in geen 100 jaar meer gespeeld (lacht).
25 jaar geleden bracht Billy Gibbons Isaac Tigrett naar één van mijn shows. Tigrett ging een bluesclub opstarten, en ik mocht daar spelen. Dat heb ik ook gedaan, en dat was plezierig. Maar ik heb ook in de club in LA gespeeld, en daar is alles zo fake, er is niks leuks meer aan. Van in het begin was het meer een ‘m'as-tu-vu’ plaats, met veel filmsterren. Dat heeft niks met blues te maken.
Isaac Tigrett had een goed idee, en hij probeerde er iets van te maken, maar nu zitten die plaatsen vol VIP lounges. En, je moet er 12$ betalen voor een hamburger en 15$ voor een milkshake. Dat zou niet mogen. Als je naar blues wil luisteren, ga je naar een échte juke joint. En niet naar The House of Blues.

Je hebt in het verleden problemen gehad met bootlegs?
Inderdaad! De digitale technologie heeft mijn leven voor een stuk geruineerd. Er worden downloads van mijn songs verkocht, en ik zie er geen cent van. Hetzelfde met dvds! Maar wat kan je ertegen doen? Zo'n 20 jaar geleden heb ik een optreden in Duitsland stilgelegd, omdat ik zag dat er iemand aan het filmen was, zonder mijn toestemming.  Ik vind dat niet correct. Als het mij gevraagd wordt, en ik geef mijn akkoord dan is het geen probleem natuurlijk!  Ik heb eens een show gespeeld in Buddy Guy's club 'Legends' in Chicago. Ze hadden me gevraagd of ze die show mochten filmen, en het werd op tv uitgezonden. Ik heb ook een interview gedaan met die mensen. Ze vroegen me of ik de show wou commercialiseren, maar ik vond dat niet nodig, ze mochten het 2 keer op tv uitzenden, en daarna niet meer. Maar 15 jaar later kan je die show kopen, gewoon op dvd! En is er ook een cd, met gaten tussen de liedjes, daar waar het oorspronkelijke interview zat. Ik vind zoiets echt beschamend. We hebben geen idee wie erachter zit, want we kunnen die mensen niet contacteren. En een advocaat kost ook geld....  

Ik had ook nog een vraag waar je moest kiezen tussen vinyl, cd of digitaal, maar ik veronderstel dat ik die mag weglaten?
Wel, alles is digitaal nu, dat is de nieuwe technologie, maar ik ben opgegroeid met platen. Ik gebruik het woord 'vinyl' niet, want dat is enkel het materiaal waaruit platen gemaakt worden.  Maar als je vroeger een plaat maakte, was dat een dure aangelegenheid, alles moest af zijn voor je de studio introk. Nu kan iedereen iets maken. Iedereen geeft me cds, de serveerster in een bar, andere groepen op festivals, de buitenwipper in een club. Het is een gewoon visitekaartje geworden, en ik vind dat verkeerd. Het maken van een plaat zou bijzonder moeten zijn.

Jouw bijnaam is 'Icepick'. Waarom? 
Ik heb die niet gekozen hoor! Toen ik studeerde verzamelde ik vanalles. Zo had ik ook een hele collectie ijspriemen in mijn kamer. Als mijn vrienden naar muziek kwamen luisteren, zagen ze die liggen, en zo kreeg ik die bijnaam. Gedurende jaren heb ik gedaan alsof ik er niet om gaf. Maar toen heb ik 2 liedjes gemaakt met als titel 'Icepick's confession' en 'Icepick's advice'. En toen begon iedereen mij zo te noemen (lacht).

Kathy Van Peteghem

meer foto's